Technieken

De patronen zijn uitgebreid beschreven en in elk patroon staan tips die voor dat specifieke patroon van belang zijn.

Hier vind je nog wat extra tips, beschrijvingen en filmpjes

Gebruikte steken met afkortingen

  • l = losse(n)
  • v = vaste(n)
  • hv = halve vaste(n)
  • st = steek/steken
  • stk = stokjes
  • hstk = half stokje/ halve stokje
  • dstk = dubbel stokje/ dubbele stokjes
  • moes = cluster van 3 stokjes

Tip 1

De patronen in de pakketten zijn allemaal gehaakt met haaknaald 3,5.
Haak je erg los, gebruik dan haaknaald 3. Haak je juist erg strak, gebruik dan haaknaald 4.

Tip 2

Om aan het begin van een toer op de juiste steekhoogte te komen worden lossen gehaakt. Deze lossen vervangen dus de eerste steek.

  • 1 losse   = vaste
  • 2 lossen = half stokje
  • 3 lossen = stokje
  • 4 lossen = dubbelstokje

Tip 3

Als je een patroon hebt waarin je veel van kleur wisselt, kun je het best de draadeinden meteen afwerken.Dit voorkomt veel saai werk aan het einde en je werkt gewoon netter.

Haak bij een nieuwe kleur de begindraad mee met een aantal steken.  Je hoeft de draad dan niet meer af te werken, maar kunt deze meteen afknippen.

De einddraad haal je door een wolnaald en steek je door een aantal lusjes van de vorige toer weg. 

Complete haakpakketten inclusief garens en patroon

0